Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Elberfeld

betekenis & definitie

Eene der belangrijkste fabrieksteden van Duitschland, ligt aan de Wupper en zag hare bevolking, die in 1867 ruim 65000 zielen bedroeg, in 1871 tot 75000 geklommen. In de laatste jaren zijn vooral aan de westzijde en bij het openbare Park nieuwe straten en wijken ontstaan. Men heeft er 6000 gebouwen (60 openbare, 1040 fabrieken, 4400 woonhuizen enz.), waarbij zich 2 Luthersche, 2 Hervormde, eene Nederlandsch-Hervormde, eene oud-Luthersche en 2 R. Katholieke kerken bevinden. Het aantal sierlijke huizen vermeerdert van jaar tot jaar, en merkwaardig zijn er het raadhuis, het geregtshof, het postkantoor, het stationsgebouw, het casino, het stads-ziekenhuis en het weeshuis.

Tot de inrigtingen van onderwijs belmoren er, behalve de lagere scholen, een gymnasium, eene reaalschool, eene provinciale nijverheidsschool en eene teekenschool, — voorts 2 hoogere burgerscholen voor meisjes en eene normaalschool voor onderwijzeressen. Op de stedelijke begrooting voor 1871 vindt men ruim 60000 thaler voor onderwijs uitgetrokken. De armenverzorging is er op eene uitstekende wijze ingerigt. De nijverheid ontwikkelt er zich van jaar tot jaar, — vooral de vervaardiging van zanella, orléans en paramatta. Men sehat er het aantal weefgetouwen (1871) op 6000 en de hierdoor geleverde waarde op 18 millioen thaler.

Voorts heeft men er fabrieken van zpden stoffen, meubelehitsen, tapijten, katoenen garens enz., — voorts stoffenververijen, knoopenfabrieken, machinenfabrieken, en enveloppenfabrieken. Men bereidt er aniline-verven en scheikundige producten, en eene groote katoendrukkerij houdt er honderde werklieden bezig. Men werkt er voor alle werelddeelen en voegt zich naar de eischen der verschillende volkeren. De handelshuizen hebben er zoowel hunne vertegenwoordigers aan de Amoer, te Sjangai en Hongkong, als te Buénos Ayres, Peru, Mexico en in de Vereenigde Staten. De bank heeft er in 1870 ruim 72l/4 millioen thaler omgezet.

Op de plaats, waar Elberfeld zich thans uitbreidt, verhief zich in de 12de eeuw een burgt der heeren van Elberfeld, wier bezittingen later aan die der heeren van Berg werden toegevoegd. Het heldere water van de Wupper, zeer geschikt voor het bleeken, gaf er de eerste aanleiding tot kolonisatie, en in 1532 verkregen er de inwoners een privilégie tot het bleeken van garen. Eerst in 1610 ontving Elberfeld stadsregten. Sedert den aanvang der voorgaande eeuw vervaardigt men er half-katoenen stoffen, sedert 1760 zyde, en de ververy van Turksch rood bloeit er sedert 1780. Thans hebben handel en nijverheid er eene verbazende hoogte bereikt, en de stad is door den Bergisch-Markischen spoorweg met het Europésche spoorwegnet verbonden.

< >