Dodona is de oudste zetel der Pelasgische vereering van Zeus (Jupiter); dáár bevond zich een beroemd orakel, uitgaande van een eikenboom, in wiens ruischen men de stem der godheid waande te hooren. Het oudste Dodona, in de Ilias vermeld, lag in het binnenland van Thessalië, doch is reeds lang verdwenen. Een ander Dodona bevond zich vervolgens in het binnenland van Epirus; hier verklaarden bejaarde vrouwen (Peleiades) uit het ruischen der eikenbladeren en uit het gemurmel eener bron den wil der godheid.
Daarbij kwam nog het geluid van koperdraad tegen metalen bekkens, die door den wind werden bewogen. Alexander de Groote wilde er een prachtigen tempel doen verrijzen, doch de dood verijdelde dat voornemen. In 220 vóór Chr. werd de gewijde plaats door den Aetolischen veldheer Dorimachus geplunderd en verwoest, en het orakel verdween geheel en al, toen in den aanvang der 4de eeuw na Chr. de heilige eik door een Illyrischen roover geveld werd.