Dias (Antonio Gonçalves), een uitstekend Braziliaansch dichter, geboren in 1823 te Caxias in Maranhao, werd op jeugdigen leeftijd naar Portugal gezonden, waar hij eene wetenschappelijke opleiding ontving, en studeerde te Coïmbra in de regten.
Toen reeds onderscheidde hij zich door zijne dichterlijke gaven, en na zijn terugkeer in Brazilië bekleedde hij een staatsambt, dat hij echter weldra nederlegde, om zich te Rio-Janeiro onverdeeld aan de beoefening der letteren te wijden. Hij leverde opstellen in tijdschriften, bevorderde inzonderheid de tooneelkunst, en gaf een drama in het licht. Grooten roem verwierf hij voorts door zijne „Primeiros cantos (1846)”, en hij zag zich geplaatst te Rio-Janeiro als hoogleeraar in de geschiedenis, terwijl hij zich in 1850 op last der regéring naar Europa begaf, om er in Frankrijk en Duitschland de wetenschappelijke instellingen te bezoeken.
Nadat hij eene reeks van jaren vooral in Duitschland vertoefd en er onderscheidene werken uitgegeven had, keerde hij in 1858 naar Brazilië terug. Alsnu bezocht hij met andere geleerden op ’s Rijks kosten de oevers van de Amazonenrivier, doch had daarbij zooveel te verduren, dat hij zich in 1862 tot herstelling zijner gezondheid wederom naar Europa moest begeven. Hier vertoefde hij op verschillende plaatsen, doch werd allengs zwakker. In September 1864 scheepte hij zich in naar zijn vaderland en overleed aan boord, kort voordat het vaartuig in het gezigt der kust van Maranhao schipbreuk leed.
Hij had zich met de Europésche letterkunde bekend gemaakt en wordt voor den besten dichter gehouden, dien Brazilië heeft opgeleverd. Eene verzameling zijner gedichten, behalve bovengenoemde nog „Segundos cantos (1848)” en „Ultimos cantos (1851)” bevattende, is door hem zelven onder den titel „Cantos (1865, 2 dln, 4de uitgave)” in Duitschland in het licht gezonden. Voorts schreef hij onder anderen de eerste 4 zangen van een Amerikaansch heldendicht „Os Tymbiras (1857)” en een „Diccionario de lingua Tupy (1858)”.