Cyclus, periode of tijdkring noemt men in de sterrekunde eene afgeslotene rij van jaren, waarin met betrekking tot een of ander hemelligchaam dezelfde verschijnselen zich weder in dezelfde opvolging vertoonen. Men heeft den cyclus van Meton, die 19 jaren omvat, waarna de maan onzer aarde, met betrekking tot de zon, weder dezelfde reeks van standen en verschijnselen aanbied als in ieder voorafgaand 19-tal jaren. Men geeft aan het getal, dat aanduidt, hoeveel jaren wij in dien cyclus gevorderd zijn, den naam van gulden getal.
Het is vastgesteld door een Athener, Meton genaamd, omstreeks het jaar 432 vóór Chr. Men vindt het voor eenig jaar na de geboorte van Chr., wanneer men bij dat jaar 1 optelt, en het daarna door 19 deelt; de rest is dan het gulden getal. — Een andere cyclus is de zonnecirkel, die 28 jaar telt, waarvan (eigenlijk slechts volgens den Juliaanschen kalender) de volgorde van de dagen der week wederom geheel overeenstemt met die van de datums der maand. Men vindt het jaar van den zonnecirkel door bij het gegeven aantal het getal 9 te voegen en het daarna door 28 te deelen; de rest is dan het jaar van den zonnecirkel. — Nog een ander cyclus is de Romeinsche indictie; deze telt 15 jaar. — Het jaar ontvangt dezelfde cijfers der 3 perioden na verloop van 7980 jaar, zooals door Scaliger is aangewezen; die periode draagt den naam van de Juliaansche.
