Culloden, eene plaats in het Schotsche graafschap Inverness, omstreeks 1½ uur gaans van de stad Inverness en nabij de Moray-Firth, is merkwaardig wegens den slag van 27 April 1746, die de uitzigten van het verdreven geslacht der Stuarts op den Engelschen troon in rook deed verdwijnen. Karel Eduard, een zoon van Jacobus III, had zich op zijn avontuurlijken togt sedert 1745 als Pretendent staande gehouden tegen zijne vijanden in Engeland. Reeds was hij tot digt bij Londen voortgerukt, toen ongunstige omstandigheden hem noodzaakten, om de wijk te nemen naar Schotland. Hier was hij aanvankelijk voorspoedig: hij nam Glasgow in bezit en bragt den Engelschen bij Falkirk eene nederlaag toe.
Doch de hertog van Cumberland, die de Engelsche troepen aan voerde, vernietigde zijne plannen door den beslissenden slag bij Culloden. Met de grootste dapperheid streden de vermoeide en uitgehongerde aanhangers van den Pretendent, ten getale van 5000, tegen den dubbel zoo sterken vijand, maar te vergeefs; weldra begaven zij zich voor het goed bediend geschut van het Koninklijk leger op de vlugt. Karel Eduard ontsnapte, doch zijne aanhangers ondervonden de wraak van den overwinnaar. De aanzienlijksten stierven op het schavot, de oorden, waar de opstand weerklank had gevonden, werden verwoest, en men maakte een einde aan de Schotsche clans.