Credner (Karl August), een verdienstelijk Duitsch godgeleerde, werd geboren den 10Januarij 1797 te Waltershausen bij Gotha, studeerde te Jena en te Breslau en bekleedde daarna de betrekking van huisonderwijzer eerst te Güttingen en toen te Hannover. In 1828 vestigde hij zich te Jena als privaat-docent en werd er in 1830 buitengewoon hoogleeraar in de theologie. Nadat hij zijn uitlegkundig werk over den profeet Joel in het licht gegeven had, ontving hij eene aanstelling als gewoon hoogleeraar te Gieszen, en overleed aldaar den 16den Julij 1857. Van zijne geschriften noemen wij: „Beiträge zur Einleitung in die biblischen Schriften (1832—1838,2 dln)”, — „Zur Geschichte des Kanons (1843)”, — „Einleitung in das Neue Testament (1836)”, — „Geschichte des Neuen Testaments”, — en vooral „Geschichte des neutestamentlichen Kanons”, in 1860, dus na zijn dood, uitgegeven.
