Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 06-07-2018

Cotyledon

betekenis & definitie

Cotyledon L. is de naam van een plantengeslacht uit de familie der Crassulaceën; het onderscheidt zich door een 5-deeligen kelk, eene 5-spletige, klokvormige bloemkroon met eene rolronde buis, door 5 honigschubben aan den voet van het vruchtbeginsel, en door eene eenhokkige, veelzadige zaaddoos. Het omvat heesters, van de Kaap de Goede Hoop afkomstig, met verspreide bladeren en purperroode of donker gele bloemen, in neêrhangende aren geplaatst. Onderscheidene soorten worden in Europa als sierplanten gekweekt; daartoe behooren C. orbiculata L. met een stengel ter hoogte van omstreeks 1 Ned. el en met tegenoverstaande, spatelvormige bladeren, — C. coruscans Haw., eene fraaije, lage sierplant met kruisgewijs tegenoverstaande, langwerpige, ongesteelde bladeren en groote roode, tot aarvormige bloemschermen vereenigde bloemen, — C. jasminiflora Salm-Dyck met groene, vleezige bladeren en fraaije bloemen met eene groene buis en een witten en rooden zoom, — en C. papillaris L. met eironde, vleezige bladeren, met eene 5-kante buis en langwerpige, achterwaarts gebogene lobben.

Deze planten vereischen een vetten zandgrond en eene winterwarmte van 6—8°C. — Cotyledon is ook de aan ’t Grieksch ontleende benaming voor zaadlob, zijnde het bladgedeelte van eene plantenkiem. Planten behooren tot de mono-, di- of acotyledonen naar gelang zij één, twee of geen zaadlobben hebben.

< >