Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 04-07-2018

Clusius

betekenis & definitie

Clusius, een uitstekend kruidkundige uit de 16de eeuw, werd geboren te Atrecht den 18den Februarij 1524, en studeerde aan een groot aantal hoogescholen in de regtsgeleerdheid en fraaije letteren, totdat hij zich eindelijk te Montpellier tot de kruidkunde bepaalde.

Nu reisde hij rond in Frankrijk, Spanje, Portugal en Engeland, overal planten verzamelende, vertoefde soms geruimen tijd in de voornaamste steden, en stelde zich in betrekking met de geleerdste mannen van die dagen.

Keizer Maximiliaan II ontbood hem in 1573 naar Weenen en benoemde hem tot directeur van den botanischen tuin en tot lijfarts met den titel van hofraad.

Nu doorzocht hij geheel Oostenrijk en Hongarije en verkreeg verlof tot eene tweede reis naar Engeland. Na den dood des Keizers vestigde hij zich te Frankfort aan de Main, waar hij gedurende 6 jaren een ambteloos leven leidde, en werd eerst naar Leiden beroepen als bestuurder van den botanischen tuin met den titel van professor honorarius, doch weldra (1593) aldaar aangesteld tot gewoon hoogleeraar in de kruidkunde. Deze betrekking bekleedde hij tot aan zijn dood, die op den 4den April 1609 voorviel.

Deze geleerde man, die zich, behalve met de Oude, met een groot aantal Nieuwe talen had bekend gemaakt, heeft de ontwikkeling der plantkunde niet weinig bevorderd. Hij was hoogst naauwkeurig in zijne beschrijvingen, en hij heeft een groot aantal, nieuwe gewassen zooals, de jonquilles, de narcissen, de wilde kastanje, den plataan- en citroenboom, de laurierkers, de schorseneer, de snijboon, de jasmijn en de tulp, in Nederland gebragt.

Het plantengeslacht Clusia is door Linnaeus naar hem genoemd. Het aantal der door hem geschrevene of vooral uit het Spaansch vertaalde werken is zeer groot.

Daarvan noemen wij: „Caroli Clusü atrebatis rariorum aliquot stirpium per Hispanos observatarum historia (1576)”, „Rariorum aliquot stirpium et plantarum per Pannoniam, Austriam et vicinas quasdam provincias observatarum historia (1583)”, en „Exoticorum libri X; quibus animalium, plantarum, aromatum, aliorumque peregrinorum fructuum historiae describuntur (1601 en 1605)”.

< >