Cloots (Jean Baptiste du Val de Grace, baron de), doorgaans Anacharsis Cloots (eigenlijk Klotz) genaamd, een van de zonderlingste dweepers der Fransche revolutie, werd geboren in de nabijheid van Cleef op den 24sten Junij 1755, ontving zijne opleiding te Parijs, en werd zoozeer met geestdrift vervuld voor de oud-Grieksche gemeenebesten, dat hij onder den naam van Anacharsis door een groot gedeelte van Europa reisde, ten einde aan dien regéringsvorm ingang te verschaffen. Hij wilde alle volkeren tot ééne groote vereeniging zamenvoegen, en de Revolutie scheen zijne wenschen te vervullen. Hij verscheen den 19den Junij 1790 met eene bont-gekleede bende in de Nationale Vergadering, rigtte tot deze een adres van dankbetuiging, omdat zij zich tegen de dwingelanden verzette, en verzocht, dat alle vreemdelingen, die zich te Parijs bevonden, opgenomen mogten worden onder het Fransche volk. Als lid der Constituérende vergadering eischte hij vooral den dood der Duitsche vorsten, en legde ter bevordering der volkswapening 12000 francs op het altaar des Vaderlands.
In 1792 afgevaardigd naar de Nationale Conventie, wilde hij radicale hervormingen invoeren op het gebied van staatkunde en godsdienst, want hij haatte het Christendom evenzeer als het koningschap. Bij de veroordeeling van Lodewijk XVI stemde hij in naam der menschheid voor diens dood. Daar hij van adel en rijk was, werd hij uit de club der Jacobijnen verwijderd en op den 15den Maart 1796 in hechtenis genomen; den 24sten daaraanvolgende stierf hij op het schavot, terwijl hij tot het laatste oogenblik toe een dweepzieke profeet van het materialismus bleef. Van zijne talrijke geschriften noemen wij: „Certitude des preuves du Mohammédisme (1780)”, — en „Base constitutionele de la république du genre humain (1793)”.