Clajus, eigenlijk Clai of Klai. Onder dezen naam vermelden wij:
Johann Clajus de Oudere, den grondlegger der Duitsche spraakleer. Hij werd geboren in 1530 te Herzberg in Keur-Saksen, studeerde te Grimma en Leipzig, was voorts 9 jaar lang leeraar in de muziek, dichtkunst en Grieksche taal te Goldberg in Silézië, voorts tot 1569 rector te Frankenstein in Miinsterberg, daarna te Nordhausen, en overleed als godsdienstleeraar te Bendeleben in Thüringen op den 11den April 1592. Zijne „Grammatica germanicae linguae (1578)” is geruimen tijd algemeen in gebruik geweest.
Johann Clajus de Jongere, een godgeleerde en gekroond dichter. Hij werd geboren te Meiszen in 1616 en overleed als godsdienstleraar te Kitzingen in Franken in 1656. Hij was een der hoofden van de Neurenbergsche dichtschool, doch zijne gedichten getuigen van eene godsdienstige en poëtische overspanning en zijn daarbij overdreven kunstmatig. Toch zijn van hem eenige geestelijke liederen in gezangboeken bewaard gebleven. Merkwaardig noemt men voorts zijne „Geistliche Trauer-und Freudenspiele”, die hij met hulp van een zangkoor in de kerken te Neurenberg deed opvoeren; ze behelzen tafereelen uit de geschiedenis van Christus en komen eenigzins met de oude mysterie-spelen overeen.