Chlamys is de naam van een kleedingstuk der Grieken en Romeinen, dat vermoedelijk afkomstig was uit Macedonië of Thessalië. Bij de Grieken was het eene soort van korten mantel, die over den chitoon (zie onder dit woord) gedragen werd, en had aanvankelijk eene ronde, later eene vierhoekige gedaante.
Doorgaans wierp men hem over den linkerschouder, waarna men hem op den regterschouder met een haak en oog vastmaakte. De Grieken gebruikten, behalve den chlamys, ook de chlaena, die desgelijks tot mantel en tevens des nachts tot bedekking diende. Beide waren van laken; die der aanzienlijken was fijn en gekleurd, en de chlamys kwam vooral jeugdige krijgslieden te stade. Het gold voor een bewijs van onbeschaafdheid, zoo iemand den chlamys niet met bevalligheid wist om te werpen.
Dat kleed kwam onder den naam van sagum en paludamentum ook bij de Romeinen in gebruik, en de soldaten, die het droegen, werden chlamydati geheeten. De Keizers, de bevelhebbers en hooge ambtenaren hulden zich in den purperen chlamys, namelijk na de 3de eeuw onzer jaartelling, toen de toga meer en meer verdween. Keizer Galliénus was de eerste, die den toga met een purperen chlamys verwisselde.
