Borgu of Borgoe. Ten onregte geeft men dezen naam aan Wadai, daar hij toekomt aan een tweetal staten in het binnenland van Noord-Afrika. Deze zijn:
Borgu, Borgoe of Boerhoe, een uitgestrekt gewest ten oosten van Tibbo, in de Sahara tusschen Fezzan en Wadai. Het is ten zuiden van laatstgenoemd gebied gescheiden door steppen en woestijnen, grenst ten zuidwesten aan het gebied der Tibbo-Bateleh, ten noordwesten en noorden aan Tibesti, ten noordoosten aan Wadjanga en ten oosten aan het land der Mahamid-Arabieren. Dit Borgu heeft in de rigting van het noordwesten naar het zuidoosten eene lengte van 11 dagreizen en een bergachtigen, ongebaanden bodem, waar vruchtbare, mild- besproeide dalen en weilanden afwisselen met zandvlakten. Men vindt er eene groote menigte dalen, en op de meest-geschikte plaatsen ook druiven en vijgen. Het land wordt bewoond door onderscheidene stammen; onder deze is die der Tibbo-Boeltoe de magtigste, en hun opperhoofd woont een gedeelte des jaars in de hoofdstad Jen of Belad-el-Omian en een ander gedeelte te Ega of in het district Kere-Boerkoe.
Borgu, Borgoe of Barba, een landschap, in het westen van Soedan op 10° N. B. gelegen en grenzende ten noorden aan Goerma, ten oosten aan Gando en de Niger, ten zuiden aan Yoroeba, en ten westen aan Oost-Mandingo. Het land is gedeeltelijk bergachtig en gedeeltelijk vlak, zeer vruchtbaar en zoowel in het bezit van uitmuntende weiden voor groote kudden rundvee als van groote en digte bosschen voor olifanten en allerlei verscheurende dieren. De inwoners behooren, volgens hunne taal, hoofdzakelijk tot den stam der Yoroeba; zij zijn opgeruimd, gezellig, zindelijk en dapper. Zij vormen een aantal kleine staten, die met het Fellata-rijk Gando verbonden zijn, en het onafhankelijke rijk Nika, hetwelk door een sultan wordt bestuurd. Wawa en Kiama zijn er de belangrijkste koopsteden.