Boris-Godoenow, czaar van Rusland van 1598 tot 1605 , was de opvolger van den zwakken Feodor I Iwanowitsj, die zich volkomen voegde naar den wil der Bojaren. Toen onder deze oneenigheid ontstond, maakte Boris-Godoenow daarvan gebruik, om zich in het bezit te stellen van het gezag en hij bereikte dit oogmerk door tevens eene verbindtenis tot stand te brengen tusschen zijne bevallige zuster en den Czaar. Om zich van zijne verheffing te verzekeren, zorgde hij, dat de 9-jarige Dmitri, de neef en opvolger van den Czaar, uit den weg geruimd werd, en alle aanhangers van Feodor deelden in hetzelfde lot.
Laatstgenoemde werd een werktuig in de hand van den eerzuchtige; de dochter van den Czaar en andere bloedverwanten kwamen op eene verdachte wijze om het leven, en zelfs meent men dat Boris-Godoenow eindelijk Feodor zelven door vergif heeft doen sterven. Zoo beklom hij in 1598 den troon, waartoe hij zich door den aandrang der aanzienlijken liet bewegen, en hij vertoonde zich van dat oogenbiik af in eene betere gedaante. Hjj sloot dadelijk een verbond met Zweden tegen Polen, deed Tobolsk en Beresow opbouwen en voorzag Smolensk van vestingwerken. Daarna versterkte hij de grenzen des lands, bragt in 1600 een 20-jarigen wapenstilstand met Polen tot stand, maakte onderscheidene Tartaarsche volkeren cijnsbaar en knoopte handelsbetrekkingen aan met Engeland. Binnen de grenzen bevorderde hij eene onpartijdige regtspleging, deed kunst en nijverheid ontluiken, schafte eene menigte misbruiken af en lokte buitenlanders derwaarts, om zijne onderdanen te onderrigten.
Gedurende zijne regering ontstond er een ontzettende hongersnood (1601), die te Moskou bijna 150000 menschen wegrukte. Van de ontevredenheid, hierdoor ontstaan, maakte een monnik, Grigorii of Grisjka Otrepiew gebruik, om zich onder voorwendsel, dat hij Dmitri, de regtmatige erfgenaam van den troon, was, een magtigen aanhang te verschaffen, die den val van Boris-Godoenow veroorzaakte. Toen de troepen van den gewaanden Dmitri voor de muren van Moskou stonden, bragt de radelooze Czaar zich door vergif om het leven. Zijn 15-jarige zoon was gedurende korten tijd zijn opvolger, maar werd met diens moeder Maria geworgd.