Beeder of Bider was te voren een zelfstandige staat in de zuidelijke helft van Vóór-Indië (Dekan) en bezit eene uitgebreidheid van 934 □ geogr. mijlen. De bodem is er heuvelachtig, maar er verheffen zich geen hooge bergen. De Poerna, Manjera en Godavery kronkelen er door de velden en brengen er eene ongemeene vruchtbaarheid.
De binnenlanden zijn er weinig bekend, en de bevolking bestaat nagenoeg uitsluitend uit Hindoe’s. De hoofdstad, die denzelfden naam draagt, ligt aan de Manjera en telt, schoon vervallen van haren vroegeren luister, ongeveer 30.000 inwoners.