Bal, afkomstig van het Italiaansche woord ballare (dansen), is de naam eener partij van heeren en dames, waarop het dansen als het hoofdvermaak wordt beschouwd. Het bal is eene zaak van den nieuweren tijd, daar in de dagen der Oudheid het dansen tot de godsdienstige plegtigheden behoorde; zelfs in den aanvang der middeleeuwen was het nog onbekend. In de 14de eeuw werd in Italië de dans ten tooneele gebragt onder den naam van ballet, terwijl hij eerst later plaats kreeg onder de gezellige vermaken.
Ter eere van Lodewijk XII werd te Milaan een bal gegeven, waaraan zelfs kardinalen deel namen; ’t geen desgelijks te Trente gebeurde, toen er in de dagen der kerkvergadering een bal werd gegeven om hulde te bewijzen aan Philips II. In Frankrijk hadden de eerste bals plaats onder Frans I en Hendrik II, en dat vermaak werd vooral begunstigd door Catharina de Medicis. Vandaar verspreidden zich de bals over geheel Europa, en allengs kwamen ook de gemaskerde bals in gebruik. De weelderige en ceremonieuse hofbals werden in lager kringen en op eenvoudiger voet nagebootst, en nog altijd blijft het bezoeken van een bal tot de aangenaamste uitspanningen der jeugd behooren.
Hier en daar heeft men bal-sociëteiten, wier leden zich eenige malen ’s jaars tot den dans en het zien dansen vereenigen. De dames verschijnen daar in balgewaad en fraai gekapt, voorzien van balboekjes, om daarin de namen der cavaliers te schrijven, waarmede zij zich tot het uitvoeren der op het programma vastgestelde dansen verbinden. Bij het ruischen der balmuziek wordt door de commissarissen voor de orde en door den balletmeester voor de regeling van den dans gezorgd. Zie verder onder Dans.