Baffin-Parry-Archipel, ook wei Baffinsland en Prins William's-land genoemd , omvat de eilanden, die ten noorden van Labrador en ten zuiden van Barrow-straat gelegen zijn, namelijk Cumberland, Southampton en Cockburn benevens een aantal kleinere eilanden, zooals Belle-lsle, Marianne, Hall, graaf Sussex, Warwick, Savage, Resolution enz. Of Cumberland in het zuiden met Cockburn verbonden is, weet men nog niet met zekerheid.
De drie grootste eilanden beslaan eene aanzienlijke oppervlakte en bereiken niet ver van het strand eene gemiddelde hoogte van 200 tot 300 Ned. el, terwijl de aanzienlijkste toppen er zich welligt tot 500 Ned. el verheffen. Men vindt er vooral oorspronkelijke gesteenten, zooals graniet, gneis , glimmerlei, groensteen en porfier, voorts laagsgewijs gevormde, schoon in veel geringere mate, terwijl de tertiaire en vulkanische vormingen er geheel en al ontbreken.
Het binnenland schijnt met eeuwige sneeuw en ijs bedekt te wezen, terwijl de zee rondom die eilanden slechts 4 tot 6 weken in het jaar bevaarbaar is. De overige tijd is zij met ijsgevaarten bezet. Alleen aan de lage kusten vindt men eenigen plantengroei met zeer weinig zigtbaarbloeijende planten, maar met des te meer blad- en korstmossen. De voornaamste zoogdieren zijn er het rendier, het muskusrund, de ijsbeer, de Amerikaansche wolf, de poolvos, het Amerikaansche hermelijn en de poolhaas, alsmede de walvisch en de zeehond. Vogels zijn er zeer veel. Hier en daar is er het strand bewoond door Eskimo’s, die zich met visschen en zeehonden voeden.
