Azijn-aether, azijnzure aethylaether, azijnzuur aethyloxyde, is eene aetherachtige vloeistof, die den geur heeft van Borsdorfer appels en de radicalen aethyl en acetyl bevat.
Men bereidt haar door 24 deelen watervrij azijnzuur natron in een fijngewreven toestand in eene retort te brengen, er een afgekoeld mengsel van 29 deelen Engelsch zwavelzuur en 23½ deelen alkohol van 91% Tralles bij te voegen en vervolgens te distilléren. Wanneer 34 deelen overgehaald zijn, houdt men op en men schudt het praeparaat, den ruwen azijnaether, met eene koude verzadigde oplossing van keukenzout. Hierna laat men het bezinken, neemt den aether er af, droogt dien boven chloorcalcium en rectificeert hem bij eene zachte warmte. Bij eene bereiding in het groot volgt men een anderen weg. De azijnaether is eene waterheldere vloeistof, die een soortelijk gewigt heeft van 0,9055 en bij 78°C. kookt. Zij brandt met eene heldere vlam en vermengt zich in elke verhouding met alkohol en aether. In eene goed geslotene flesch blijft zij onveranderd, maar bij voortdurende aanraking met de dampkringslucht wordt zij ligt zuur. Kookt men haar met kali, dan ontbindt zij zich in azijnzuur en alkohol. Zij wordt gebruikt in de geneeskunde, — voorts door banketbakkers en tot het vervaardigen van parfumerieën.
