Amama (Het geslacht van) behoort tot de aanzienlijke geslachten van Friesland. Tjerk van Amama, die in het laatst der 15de eeuw leefde, wordt voor den stamheer gehouden. Een zijner nazaten — Gerrit van Amama — was in het midden der zeventiende eeuw kolonel onder de Friezen, commandant van Bourtange, Emden enz. Uit het huwelijk van dezen met Bernardina van Viersen sproot Joachim van Amama, generaal-majoor van het voetvolk, kolonel in dienst van den Staat en commandant van Hulst. Hij werd geboren den 14den November 1657, streed roemrijk in den slag van Malplaquet, was eerst gehuwd met Petronella de Vrieze en vervolgens met eene dochter van den raadsheer Filips van Humalda. Hij overleed den 3den Julij 1720.
Tot hetzelfde geslacht behoort Sixtinus van Amama, hoogleeraar in de Hebreeuwsche taal aan de academie te Franeker. Hij werd geboren te Franeker, waar zijn vader burgemeester was, den 13den October 1593. Door den beroemden Drusius onderwezen, onderscheidde hij zich weldra door eene uitgebreide en grondige kennis van het Oostersch. In 1616 werd hij tot buitengewoon en twee ja-ren later tot gewoon hoogleeraar te Franeker benoemd. Vruchteloos waren de pogingen, om hem, als plaatsvervanger van Erpenius, naar Leiden te lokken. Hij schreef onderscheidene geleerde werken en overleed den 9den November 1629, eene weduwe — Meinua van Adelen van Cronenburg — drie zonen en even zoo vele dochters achterlatende.