Akarnanië is het westelijkste gedeelte van het oude Hellas, in het oosten door den Achelous van Aetolië, in het noorden door de Ambracische golf van Epirus gescheiden en ten westen en zuiden door de Ionische zee bespoeld. Zijne oudste bewoners droegen den naam van Taphiërs, Teleboërs, Lelegers en Kureten. Volgens de sage ontleent het zijn naam aan Akarnan, een zoon van Alkmaeon uit Argos, die ten tijde van den Trojaanschen oorlog eene volkplanting op deze kust vestigde. De Akamaniërs hadden een gemeenschappelijk geregtshof te Olpae. In den Peloponnesischen oorlog kozen zij meerendeels de zijde der Atheners. Later streden zij met Philippus III van Macedonië tegen Rome en leden met hem de nederlaag bij Cynocephalae (197 vóór Chr.) Na de verwoesting van Corinthe deelden zij in het lot van geheel Griekenland.
Tegenwoordig is Akarnanië het noordelijk gedeelte van het koningrijk Griekenland en grenst ten oosten aan Aetolië en ten noorden aan Turkije (Albanië). In het noorden verheffen er zich woeste uitloopers van den Pindus, door welke de Aspropotamos zich in eene enge kloof een weg heeft gebaand, In de meer zuid-westelijke vlakte liggen er de meren van Ambracia en Oseros. Nog verder zuidwestwaarts verrijst de Akarnanische Olympus met digte wouden, zeewaarts uitloopende in Kaap Actium. Het geheele gewest is schraal bevolkt en zelfs de hoofdstad Filo Amphilochicon (het oude Argos) beteekent weinig.