Onderscheidene koningen van Sparta droegen dezen naam. De eerste, een zoon van den Spartaanschen koning Eurysthenes, leefde omstreeks het jaar 980 vóór Chr. — De tweede, Agis I genaamd, was een zoon van Archidamus en een broeder van Agesilaus II. Hij regeerde van 426 tot 397 vóór Chr., dus grootendeels gedurende den Peloponnesischen oorlog. Eerst deed hij een inval in Attica, maar toen hij in 418 met een uitmuntend leger tegen Argos gezonden werd, liet hij zich verleiden tot het sluiten van een wapenstilstand.
De dreigende ontevredenheid des volks wist hij weldra door glansrijke overwinningen tot bedaren te brengen. Hij overleed in 397. — Agis II was een zoon van Archidamus III. Hij verbond zich met onderscheidene Perzische vorsten tegen Alexander de Groote. Hij leed eene nederlaag bij Issus en sneuvelde in het jaar 333 in een bloedigen veldslag tegen Antipater. — Agis III werd in het jaar 244 vóór Chr. de opvolger van zijn vader Eudamidas II. Toen hij de teugels van het bewind in handen nam, bevond zich Sparta in een ellendigen toestand. De burgerij was weggeslonken en verarmd of leefde in overdaad en losbandigheid, terwijl het leger uit slaven en huurlingen bestond. Agis, schoon eerst 20 jaren oud, gevoelde, dat alleen van eene grondige hervorming redding te hopen was. Hij zocht de wetten van Lycurgus, de voormalige een-voudigheid en daarmede den vroegeren roem des volks te herstellen. Hij ging met een goed voorbeeld voor en werd door zijne naaste bloedverwanten krachtig ondersteund. Minder bijval vond hij bij zijn medekoning Leonidas II, die aan de weelderige zeden van het Oosten ver-slaafd was en den jeugdigen Koning verdacht zocht te maken. Intusschen bezorgde Agis aan zijn vriend Lysander het ephoraat en droeg eene wet voor, waarbij alle schuldvorderingen vernietigd, het aantal burgers vermeerderd en alle landerijen van Laconië door het lot gelijkelijk onder hen verdeeld zouden worden. Hiertoe wilde Agis al zijne vaste bezittingen en daarenboven 500 talenten afstaan. De wet werd evenwel met de meerderheid van slechts ééne stem door de Geronten of Oudsten verworpen. De vrienden der hervorming verloren geenszins den moed. Leonidas, door Lysander van eene misdaad betigt, moest de vlugt nemen en werd door zijn schoonzoon Cleombrotus II vervangen. Ook de vijandige ephoren werden verwijderd, en toch leed het plan van Agis schipbreuk op de zelfzucht van zijn zoon Agesilaus. Deze had groote schulden en vele goederen. Hij haalde zijn neef over, om de vernietiging der schulden eerst door te zetten. Nu zag Agis zich verpligt, om met zijn leger het Achaeïsch Verbond bij te staan; wél verwierf hij zich de liefde zijner soldaten, zoodat hij de strengste tucht kon invoeren, maar de naijver van den bevelhebber Aratus verhinderde hem, iets van belang te volbrengen.
Bij zijn terugkeer vond hij de zaken aanmerkelijk veranderd. Agesilaus had openlijk verkondigd, dat de verdeeling der landerijen eene hersenschim was, en zich aan vele daden van geweld schuldig gemaakt. De ontevredenheid van het misleide volk barstte los, en Leonidas werd teruggeroepen. Agesilaus nam de vlugt. Agis en Cleombrotus zochten in een tempel eene veilige wijkplaats. Laatstgenoemde, een schoonzoon van Leonidas, werd door de voorspraak zijner echtgenoot gered, en Agis, door valsche vrienden buiten den tempel gelokt, voor de regtbank gesleept, waar hij zich met fierheid verdedigde, maar ter dood veroordeeld en geworgd (240 vóór Chr.). De Spartanen waren wreed genoeg, om zijne moeder en grootmoeder op dezelfde wijze om het leven te brengen. Dit geschiedkundig drama is door onderscheidene treurspeldichters —vooral door Alfiéri— gretig gebruikt.