waaier - Zelfstandignaamwoord
1. scherm in halve schijfvorm dat dient om te verkoelen door wind aan te waaien
♢ Met dit warme weer worden veel waaiers verkocht.
2. iemand die wind aanwaait
waaier - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van waaieren
♢ Ik waaier
2. gebiedende wijs van waaieren
♢ waaier!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van waaieren
♢ waaier je?
Woordherkomst
Naamwoord van handeling van waaien met het achtervoegsel -er
Gepubliceerd op 31-10-2017
waaier
betekenis & definitie