Definities van Nederlandstalige WikiWoordenboek in de Ensie A
- aankondig
- aankondigde
- aankondigden
- aankondigend
- aankondiging
- aankondigingen
- aankondigingetje
- aankondigingetjes
- aankondigt
- aankoop
- aankoopje
- aankoopjes
- aankoopsom
- aankoopsommen
- aankoopsommetje
- aankoopsommetjes
- aankoopt
- aankopen
- aankopend
- aankoppel
- aankoppelde
- aankoppelden
- aankoppelen
- aankoppelend
- aankoppelt
- aankreeg
- aankregen
- aankrijg
- aankrijgen
- aankrijgend
- aankrijgt
- aankruis
- aankruisen
- aankruisend
- aankruist
- aankruisten
- aankunnen
- aankunnend
- aankunt
- aankwam
- aankwamen
- aankweek
- aankweekt
- aankweekte
- aankweekten
- aankweken
- aankwekend
- aanlaat
- aanlach
- aanlachen
- aanlachend
- aanlacht
- aanlachte
- aanlachten
- aanlag
- aanlagen
- aanland
- aanlandde
- aanlandden
- aanlanden
- aanlandend
- aanlandig
- aanlandige
- aanlandiger
- aanlandigere
- aanlandigers
- aanlandigs
- aanlandigst
- aanlandigste
- aanlandt
- aanlaten
- aanlatend
- aanleer
- aanleerde
- aanleerden
- aanleert
- aanleg
- aanlegde
- aanlegden
- aanleggen
- aanleggend
- aanlegger
- aanleggers
- aanleggertje
- aanleggertjes
- aanlegplaats
- aanlegplaatsen
- aanlegplaatsje
- aanlegplaatsjes
- aanlegsteiger
- aanlegsteigers
- aanlegsteigertje
- aanlegsteigertjes
- aanlegt
- aanleiding
- aanleidingen
- aanleidinkje
- aanleidinkjes
- aanleng
- aanlengde
