Definities van Nederlandstalige WikiWoordenboek in de Ensie A
- aanlengden
- aanlengen
- aanlengend
- aanlengt
- aanleren
- aanlerend
- aanleun
- aanleunden
- aanleunen
- aanleunend
- aanleuningspunt
- aanleuningspunten
- aanleuningspuntje
- aanleuningspuntjes
- aanleunt
- aanleunwoning
- aanleunwoningen
- aanleunwoninkje
- aanleunwoninkjes
- aanlever
- aanleverde
- aanleverden
- aanleveren
- aanleverend
- aanlevert
- aanliep
- aanliepen
- aanliet
- aanlieten
- aanlig
- aanliggen
- aanliggend
- aanliggende
- aanliggends
- aanligt
- aanlijn
- aanlijnde
- aanlijnden
- aanlijnen
- aanlijnend
- aanlijnt
- aanloef
- aanloefde
- aanloefden
- aanloeft
- aanloeven
- aanloevend
- aanlok
- aanlokkelijk
- aanlokkelijke
- aanlokkelijker
- aanlokkelijkere
- aanlokkelijkers
- aanlokkelijkheden
- aanlokkelijkheid
- aanlokkelijks
- aanlokkelijkst
- aanlokkelijkste
- aanlokken
- aanlokkend
- aanlokt
- aanlokte
- aanlokten
- aanloop
- aanloopfase
- aanloopfasen
- aanloopfases
- aanloopfasetje
- aanloopfasetjes
- aanloophaven
- aanloophavens
- aanloophaventje
- aanloophaventjes
- aanloophuis
- aanloophuisje
- aanloophuisjes
- aanloophuizen
- aanloopjes
- aanloopkosten
- aanloopperiode
- aanloopperioden
- aanloopperiodes
- aanloopperiodetje
- aanloopperiodetjes
- aanlooppunt
- aanlooppunten
- aanlooppuntje
- aanlooppuntjes
- aanloopspreekuren
- aanloopspreekuur
- aanloopspreekuurtje
- aanloopspreekuurtjes
- aanloopt
- aanlooptransformator
- aanlooptransformatoren
- aanlooptransformatortje
- aanlooptransformatortjes
- aanlopen
- aanlopend
- aanmaak
