Definities van Nederlandstalige WikiWoordenboek in de Ensie N
- noctuariumpjes
- nocturne
- nocturnes
- nocturnus
- node
- nodeloos
- nodeloost
- nodelooste
- nodeloze
- nodelozer
- nodelozere
- nodelozers
- noden
- nodend
- nodeus
- nodig
- nodig uit
- nodigde
- nodigden
- nodigden uit
- nodige
- nodigen
- nodigen uit
- nodigend
- nodiger
- nodigere
- nodigers
- nodigs
- nodigst
- nodigste
- nodigt
- nodigt uit
- nodulair
- nodulaire
- noe
- noedel
- noedels
- noedeltje
- noedeltjes
- noednik
- noednikiem
- noedniks
- noeg
- noegde
- noegden
- noegen
- noegend
- noegt
- Noël
- Noëlla
- Noëlla's
- Noëls
- noem
- noem op
- noemde
- noemde op
- noemden op
- noemen
- noemen op
- noemend
- noemenswaard
- noemenswaarde
- noemenswaardig
- noemenswaardige
- noemenswaardiger
- noemenswaardigere
- noemenswaardigers
- noemenswaardigs
- noemenswaardigst
- noemenswaardigste
- noemenswaards
- noemer
- noemers
- noemertje
- noemertjes
- noemt
- noemt op
- noen
- noens
- noesach
- noeschaot
- noest
- noeste
- noester
- noestere
- noesters
- noests
- noestst
- noestste
- nog
- nog afgezien van
- noga-ijs
- noga-ijsjes
- nogal
- nogmaals
- nok
- nok af
- nokje
- nokjes
- nokken