Definities van Nederlandstalige WikiWoordenboek in de Ensie N
- nokken af
- nokkenas
- nokkenasje
- nokkenasjes
- nokkenassen
- nokkend
- nokkeval
- nokkevallen
- nokkevalletje
- nokkevalletjes
- nokt
- nokt af
- nokte
- nokte af
- nokten
- nokten af
- nol
- nollen
- nolletje
- nolletjes
- nomade
- nomaden
- nomadenstam
- nomadenstammen
- nomadenstammetje
- nomadenstammetjes
- nomadetje
- nomadetjes
- nomen
- nomenclator
- nomenclatoren
- nomenclators
- nomenclatortje
- nomenclatortjes
- nomenclaturen
- nomenclatuur
- nomina
- nominaal
- nominaals
- nominaalst
- nominaalste
- nominale
- nominaler
- nominalere
- nominalers
- nominalisme
- nominalist
- nominalisten
- nominalistisch
- nominalistische
- nominalistischer
- nominalistischere
- nominalistischers
- nominatie
- nominatief
- nominaties
- nominatieve
- nominatieven
- nominator
- nominators
- nominatortje
- nominatortjes
- nomineer
- nomineerde
- nomineerden
- nomineert
- nomineren
- nomineren/vervoeging
- non
- non bis in idem
- non-actief
- non-actiefs
- non-actieve
- non-conformist
- non-conformisten
- non-interventie
- non-profit
- non-profits
- non-stop
- non-stops
- non-valeur
- non-valeurs
- non-verbaal
- non-verbaals
- non-verbaalst
- non-verbaalste
- non-verbale
- non-verbaler
- non-verbalere
- non-verbalers
- Nona
- Nona's
- nonaan
- nonanen
- nonchalance
- nonchalances
- nonchalant
- nonchalante
- nonchalanter
- nonchalantere