Definities van Nederlandstalige WikiWoordenboek in de Ensie G
- gebeurend
- gebeurens
- gebeurt
- gebeurtenis
- gebeurtenisje
- gebeurtenisjes
- gebeurtenissen
- gebeuzeld
- gebezemd
- gebezigd
- gebiast
- gebiaste
- gebiaster
- gebiastere
- gebiasters
- gebiasts
- gebiastst
- gebiastste
- gebibberd
- gebiecht
- gebied
- gebieden
- gebiedend
- gebiedende
- gebiedende wijs
- gebiedender
- gebiedendere
- gebiedenders
- gebiedends
- gebiedendst
- gebiedendste
- gebiedje
- gebiedjes
- gebiedsdekkende
- gebiedsdekkender
- gebiedsdekkendere
- gebiedsdekkenders
- gebiedsdekkends
- gebiedsdekkendst
- gebiedsdekkendste
- gebiedsgericht
- gebiedsgerichte
- gebiedsgerichter
- gebiedsgerichtere
- gebiedsgerichters
- gebiedsgerichts
- gebiedsgerichtst
- gebiedsgerichtste
- gebiedsverbod
- gebiedswapen
- gebiedt
- gebiesd
- gebietst
- gebigd
- gebijt
- gebikkeld
- gebikt
- gebild
- gebiljart
- gebillijkt
- gebingood
- gebint
- gebinte
- gebinten
- gebintje
- gebintjes
- gebiologeerd
- gebisseerd
- gebist
- gebit
- gebitje
- gebitjes
- gebitsziekte
- gebitsziekten
- gebitsziektes
- gebitterd
- gebivakkeerd
- geblaakt
- geblaard
- geblaarde
- geblaards
- geblaas
- geblaaskaakt
- geblaat
- gebladderd
- gebladerd
- gebladerde
- gebladerder
- gebladerdere
- gebladerders
- gebladerds
- gebladerdst
- gebladerdste
- gebladerte
- geblaf
- geblaft
- geblakerd
- geblameerd
- geblancheerd
- geblaseerd
