Definities van Nederlandstalige WikiWoordenboek in de Ensie G
- gaan om
- gaan omhoog
- gaan omlaag
- gaan onder
- gaan onderuit
- gaan op
- gaan open
- gaan over
- gaan rond
- gaan samen
- gaan school
- gaan stuk
- gaan tekeer
- gaan teloor
- gaan teniet
- gaan terug
- gaan toe
- gaan uit
- gaan uiteen
- gaan verder
- gaan voor
- gaan vooraf
- gaan voorbij
- gaan voorop
- gaan voort
- gaan vooruit
- gaan vreemd
- gaan weg
- gaand
- gaande
- gaanderij
- gaanderijen
- gaanderijtje
- gaanderijtjes
- gaandeweg
- gaans
- gaap
- gaap aan
- gaapje
- gaapjes
- gaapt
- gaapt aan
- gaapte
- gaapte aan
- gaapten
- gaapten aan
- gaapworm
- gaapwormen
- gaapwormpje
- gaapwormpjes
- gaapziekte
- gaard
- gaarde
- gaarden
- gaardenier
- gaardeniers
- gaarder
- gaardere
- gaarders
- gaardertje
- gaardertjes
- gaardje
- gaardjes
- gaarkeuken
- gaarkeukens
- gaarkeukentje
- gaarkeukentjes
- gaarne
- gaars
- gaarst
- gaarste
- gaart
- gaas
- gaasje
- gaasjes
- Gaasp
- gaat
- gaat aan
- gaat achterna
- gaat achteruit
- gaat af
- gaat binnen
- gaat dicht
- gaat diep
- gaat dood
- gaat door
- gaat heen
- gaat in
- gaat kapot
- gaat langs
- gaat los
- gaat mis
- gaat na
- gaat neer
- gaat om
- gaat omhoog
- gaat omlaag
- gaat onder
- gaat onderuit
- gaat op