Definities van Nederlandstalige WikiWoordenboek in de Ensie A
- aanminnigs
- aanminnigst
- aanminnigste
- aanmodder
- aanmodderde
- aanmodderden
- aanmodderen
- aanmodderend
- aanmoddert
- aanmoedig
- aanmoedigde
- aanmoedigden
- aanmoedigen
- aanmoedigend
- aanmoediging
- aanmoedigingen
- aanmoedigingetje
- aanmoedigingetjes
- aanmoedigingsprijs
- aanmoedigingsprijsje
- aanmoedigingsprijsjes
- aanmoedigingsprijzen
- aanmoedigt
- aanmonster
- aanmonsterde
- aanmonsterden
- aanmonsteren
- aanmonsterend
- aanmonstert
- aanmunt
- aanmuntend
- aanmuntte
- aanmuntten
- aannaai
- aannaaide
- aannaaiden
- aannaaien
- aannaaiend
- aannaait
- aannam
- aanname
- aannamen
- aannames
- aannametje
- aannametjes
- aanneem
- aanneembaar
- aanneembaarder
- aanneembaardere
- aanneembaarders
- aanneembaars
- aanneembaarst
- aanneembaarste
- aanneembare
- aanneemsom
- aanneemsommen
- aanneemsommetje
- aanneemsommetjes
- aanneemt
- aannemelijk
- aannemelijke
- aannemelijker
- aannemelijkere
- aannemelijkers
- aannemelijkheidsfunctie
- aannemelijkheidsfuncties
- aannemelijks
- aannemelijkst
- aannemen
- aannemend
- aannemer
- aannemers
- aannemersbedrijf
- aannemersbedrijfje
- aannemersbedrijfjes
- aannemersbedrijven
- aannemertje
- aannemertjes
- aanneming
- aannemingen
- aanpak
- aanpakje
- aanpakjes
- aanpakken
- aanpakkend
- aanpakt
- aanpakte
- aanpakten
- aanpalend
- aanpalende
- aanpalends
- aanpap
- aanpappen
- aanpappend
- aanpapt
- aanpapte
- aanpapten
- aanpas
- aanpasbaar
- aanpasbaarder
