Definities van Nederlandstalige WikiWoordenboek in de Ensie A
- aangewakkerde
- aangewassen
- aangewend
- aangewezen
- aangewezens
- aangewipt
- aangewonnen
- aangeworven
- aangewreven
- aangezegd
- aangezet
- aangezicht
- aangezichten
- aangezichtje
- aangezichtjes
- aangezichtspijn
- aangezichtspijnen
- aangezichtspijntje
- aangezichtspijntjes
- aangezien
- aangezocht
- aangezogen
- aangezuiverd
- aangezuurd
- aangezweet
- aangezwengeld
- aangezweten
- aangezwollen
- aangezwommen
- aangiet
- aangieten
- aangietend
- aangifte
- aangiftebiljet
- aangiftebiljetje
- aangiftebiljetjes
- aangiftebiljetten
- aangiften
- aangiftes
- aangiftetje
- aangiftetjes
- aanging
- aangingen
- aangingt
- aangooien/vervoeging
- aangord
- aangordde
- aangordden
- aangorden
- aangordend
- aangordt
- aangoten
- aangreep
- aangrenzend
- aangrenzende
- aangrenzends
- aangrepen
- aangrijns
- aangrijnsde
- aangrijnsden
- aangrijnst
- aangrijnzen
- aangrijnzend
- aangrijp
- aangrijpen
- aangrijpend
- aangrijpende
- aangrijpender
- aangrijpendere
- aangrijpenders
- aangrijpends
- aangrijpendst
- aangrijpendste
- aangrijpingspunt
- aangrijpingspunten
- aangrijpingspuntje
- aangrijpingspuntjes
- aangrijpt
- aangroei
- aangroeiden
- aangroeien
- aangroeiend
- aangroeit
- aanhaak
- aanhaakt
- aanhaakte
- aanhaakten
- aanhaal
- aanhaalde
- aanhaalden
- aanhaalt
- aanhad
- aanhadden
- aanhaken
- aanhakend
- aanhalen
- aanhalend
- aanhalerig
- aanhalerige
- aanhaleriger
