aangríjpend - Bijvoeglijk naamwoord
1. aandoenlijk, ontroerend
♢ Twee miljoen mensen kwamen Obama inhuldigen en niemand werd gearresteerd. Dit was iets erg aangrijpends.
áángrijpend - Bijvoeglijk naamwoord
1. onvoltooid deelwoord van aangrijpen: de in dit punt aangrijpende vectoren.
aangrijpend - Werkwoord
1. onvoltooid deelwoord vanaangrijpen
Gepubliceerd op 31-10-2017
aangrijpend
betekenis & definitie