(1598 —1653) is, als zovele onzer vlootvoogden uit de 17de eeuw, opgeklommen van scheepsjongen tot admiraal. Op zijn achtste jaar voer hij op zee, op het schip van zijn vader, toen dat door Algerijnse zeerovers werd buit gemaakt.
Zijn vader werd gedood, maar Maarten kwam in dienst van een voornaam personage in het land der zeerovers, op de Noord Afrikaanse kust.Na enige jaren zag hij kans te ontkomen en in 1624 treffen we hem aan als kapitein van een Hollands oorlogsschip. In 1629 streed hij onder den luitenant-admiraal Piet Hein tegen de Duinkerker Kapers en toen deze gesneuveld was, onder diens opvolger van Dorp, met wien hij weldra in onmin geraakte. Hij nam ontslag en keerde eerst in 1637 bij de oorlogsvloot terug. Toen versloeg hij als luitenant-admiraal in 1639 de Duinkerkers bij Duinkerken en de Spanjaarden bij Duins.
Tot 1652 bleef hij opperbevelhebber der vloot. In dat jaar werd een schermutseling met den Engelsen admiraal Blake aanleiding tot den isten Engelsen Zeeoorlog. Na een overwinning bij Dover (1652) leed hij bij Portland in 1653 een zware nederlaag, die een blokkade van de Hollandse kust door de Engelsen mogelijk maakte. Bij een poging om die blokkade te breken sneuvelt Bestevaer Tromp bij Ter Heide.