wordt genoemd het afsluiten aan de zeezijde van een al of niet versterkte haven of van een heel kustgebied. Blokkade heeft in den regel ten doel den aanvoer van levensmiddelen en oorlogsmateriaal naar het geblokkeerde land door neutralen onmogelijk te maken.
Het is zowel een oorlogsstrijdmiddel als een middel om door overmacht te dwingen, zonder dat er nog oorlog verklaard is of op andere wijze geweld is gebruikt. En het is een zeer onsympathiek strijdmiddel, omdat het ten slotte strijd betekent niet alleen tegen de weerbare manschap of tegen de militaire inrichtingen, maar vooral tegen de consumenten, in de eerste plaats dus ook tegen de niet vechtende burgers, vrouwen en kinderen.
Een grote rol heeft de blokkade gespeeld in verschillende oorlogen van den laatsten tijd. En beroemd waren de blokkade-brekers, schepen van neutralen, die poogden toch de contrabande door de blokkerende vloot heen naar de geblokkeerde havens te brengen op gevaar af van zelf aangevallen of aangehouden te worden. Voor spannende verhalen werd zo vrij wat stof geleverd. Doch met dat al heeft de blokkade heel wat kwaad gedaan en heel wat kwaad te voorschijn geroepen. Dat was al zo in het eind der 18e en in het begin der negentiende eeuw, toen over de blokkade heel wat gedisputeerd werd tussen de neutralen en de grote zeemogendheden; tussen de neutralen, die hun handel belemmerd zagen door volmaakt willekeurige daden van vloot-bevelhebbers en de grote zeemogendheden, die het begrip hoe langer hoe meer uitbreidden en zo allen handel van de neutralen, waar ook, trachtten onmogelijk te maken, als zij maar konden doen gelden, dat de neutrale ten slotte op weg was naar het land van den vijand.
Met name is Engeland daarbij zeer willekeurig opgetreden. Dit land paste de theorie der niet-effectieve blokkade toe. Het ging uit van het idee, dat een kust geblokkeerd was, als Engeland maar een blokkade had uitgeschreven (niet uitgevoerd). En door die blokkade meende men het recht te hebben vrijwel alle neutrale schepen op te brengen.
Daartegen hebben de neutralen zich verzet. En in het midden der vorige eeuw ten slotte met goed succes. In de volkenrechtelijk zo gewichtige Parijse conventie van 1856 werd dan ook de niet-effectieve blokkade afgeschaft. Een blokkade zou voortaan alleen geldig zijn, als zij behoorlijk was afgekondigd en als zij effectief was; als dus inderdaad oorlogsschepen bepaalde havens of bepaalde kusten afgesloten hadden. Slechts in dat geval zou de blokkadelegger het recht hebben, de neutrale schepen aan te houden en te doorzoeken. En het zou uit zijn met het recht, dat een grote zeemogendheid zichzelf met een enkele pennestreek geven kon, om op alle zeeën alle neutrale schepen aan te houden en te doorzoeken.
Jaren lang heeft die Parijse declaratie als afdoende gegolden; jarenlang heeft men gemeend, dat het uit was met de oude praktijken.
Totdat in den Groten Oorlog die oude praktijken weer zijn herleefd. Het is hier vooral de onderzeeboot, die als voorwendsel diende. Zij maakte — zo heette het — technisch de effectieve blokkade onmogelijk. En aan den anderen kant maakte zij het den blokkade-legger mogelijk om overal, waar het hem paste, uit de golven op te duiken en een neutraal handelsschip aan te tasten. Alle regelen over de blokkade staan nu dus weer op losse schroeven en het is heel sterk de vraag, of wij de ontwikkeling van het internationale recht van 1856 weer zullen kunnen bereiken.