betekent voorrede of openingsrede, en in ’t bizonder een tot het publiek gerichte toespraak voor den aanvang van een toneelstuk. Het is dus het tegengestelde van epiloog (narede).
Bij de Grieken werd de proloog vóór den eersten koorzang gedeclameerd, ten einde de toeschouwers omtrent plaats en handeling op de hoogte te brengen. De invoering dateert vermoedelijk van ongeveer 530 v. Chr.; de proloog werd toen door één persoon voorgedragen. Later treedt daarvoor een koor in de plaats.
Het Middeleeuwse toneel kende eveneens een voor- en narede en ook latere dramaschrijvers schreven wel ’n proloog.