Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 13-08-2019

Newton

betekenis & definitie

Sir Isaac Newton was een van de grootste wis- en natuurkundigen van alle tijden. Door zijn ontdekking van de wetten der zwaartekracht heeft hij niet alleen de juistheid der sterrenkundige theorieën van Copernicus en Kepler bewezen, maar ook aangetoond, dat de bewegingen der planeten niet anders zijn konden dan zij zijn, terwijl hij ook een methode heeft gevonden, om vele berekeningen minder omslachtig te maken.

Newton werd in 1643 te Woolsthorpe in Engeland geboren en studeerde in Cambridge wiskunde. Men vertelt, dat hij eens, toen hij onder een appelboom zat, door het vallen van een appel op zijn hoofd op het spoor der wetten van den vrijen val en op die van de zwaartekracht gebracht werd. Dezelfde kracht, zo redeneerde hij, die den appel naar de aarde trok, moest ook de planeten naar de zon en de maan naar de aarde trekken. Dit was het nieuwe denkbeeld. Hij zette zich aan den arbeid en toen hij de valwetten gevonden had, maakte hij de proef op de som, door uit de aantrekkingskracht, die de aarde op de maan moest uitoefenen, den omloopstijd der maan theoretisch te berekenen. Het resultaat moest dan met de werkelijkheid overeenkomen, n.l. 29 ½ dag. En het klopte! Newton was bij deze gelegenheid zo opgewonden, dat hij de laatste beslissende cijfers niet meer kon neerschrijven.

Door deze gewichtige ontdekking is Newton een der grondleggers van de moderne astronomie geworden. Terwijl vele grote geesten eerst na hun dood beroemd worden, oogstte Newton nog gedurende zijn leven de vruchten van zijn arbeid. Hij werd o.a. vertegenwoordiger der universiteit van Cambridge in ’t parlement.

Een zware slag trof hem, toen zijn laboratorium en een gedeelte van zijn manuscripten door een hevigen brand vernield werden. Hij overleed in 1727. Zijn overschot rust in de Westminster-abdij te Londen.

< >