De zeeschilder Hendrik Willem Mesdag (1831—1915) werd te Groningen geboren. Hij was al 33 jaar oud, toen hij zich bewust werd, dat zijn levensroeping op het gebied der schilderkunst lag en hij naar Brussel toog, om bij zijn neef Alma Tadema en bij Willem Roelofs in de leer te gaan.
Hij ging in 1869 te ’s Gravenhage, niet ver van het Scheveningse strand, wonen en van nu af aan wijdde hij zich met volle kracht aan het schilderen der zee. Niet lang daarna exposeerde Mesdag reeds een groot doek te Parijs, dat o.a. door den Fransen schilder Millet werd geprezen.
Mesdag heeft in den loop der daarop volgende jaren een groot aantal stukken geschilderd, die alle de zee en het strand tot onderwerp hebben. Zijn stukkenopenbaren een volkomen oorspronkelijk talent, zij munten uit door een klare, heldere afbeelding der werkelijkheid. In 1903 schonk hij zijn prachtige verzameling moderne kunst, bestaande uit schilderijen (waaronder mooie staaltjes van de zgn. school van Barbizon) en kunstvoorwerpen, aan de Nederlandse regering, welke haar in het Mesdagmuseum te ’s Gravenhage tentoon stelt.