Een geniaal uitvinder, die evenwel al heel weinig pleizier van zijn uitvindingen heeft beleefd, was Robert Fulton (1765—1815), de man, aan wien de wereld haar eerste behoorlijk functionerend stoomschip te danken had.
Robert had als kind groten aanleg voor het tekenen. Hij vestigde zich reeds op zijn 17e jaar als portretschilder te Philadelphia, waar hij zoveel succes had, dat hij weldra een kleine hoeve kon kopen. Hij zette de schilderstudie voort te Londen, doch begreep, na een paar jaar, dat zijn grootste talenten op een ander gebied lagen, en hij ging dus werktuigkunde studeren. De kennismaking met James Watt, die de stoommachine had uitgevonden, was van grote betekenis voor Fulton.
Later ging Fulton naar Parijs en uit dien tijd dateren zijn eerste uitvindingen: een molen om marmer te snijden en te polijsten, een onderzees vaartuig, een spinwerktuig en een torpedo. Zijn meest geniale schepping is echter die van het stoomschip, waarmee hij in 1806 proeven nam op de Loire. Napoleon voelde er niet voor en noemde de hele uitvinding een hersenschim.
Fulton voelde zich hierdoor diep gekrenkt en ging nu weer zijn geluk beproeven in Amerika, waar in 1807 het stoomschip „Clermont” volgens zijn aanwijzingen gebouwd werd. Hij wilde nu een stoombootvaart openen op de voornaamste rivieren van Amerika, doch sommige staten verzetten zich hiertegen, zodat hij vele processen moest voeren en bij zijn overlijden in 1815 ruim millioen schuld had.
Later heeft de Amerikaanse regering, om zijn verdiensten te erkennen aan zijn kinderen een grote som met de rente sedert 1815 geschonken en in 1846 nog 76.300 dollar.