Je kent allemaal de pannen, emmers, zeepbakjes, schuimspanen en andere artikelen van email, die in iedere keuken gebruikt worden.
Deze voorwerpen bestaan natuurlijk niet helemaal uit email, maar zijn gemaakt van ijzer en bedekt met een laagje email, vandaar de naam geëmailleerd.
Email bestaat uit glas, dat, met verschillende stoffen vermengd, tot een fijn poeder wordt gestampt, daarna met water of olie tot een deeg gemaakt, dat op het ijzer wordt aangebracht. Gewoonlijk overtrekt men het ijzer met ’n laagje grond-email en vervolgens met een laag dek-email.
Door verhitting in een heten oven wordt het email op het voorwerp vastgezet.
Ook bij emailschilderen van vaasjes en andere kunstvoorwerpen gaat men op deze manier te werk. Reeds de Oosterse volken waren kunstenaars in het verwerken van email b.v. het z.g. email cloisonné, dat reeds sedert lang bij de Chinezen, de Japanners en de Indiërs bekend was. Het cloisonneren bestaat hierin, dat men eerst op het te versieren metalen oppervlak metaaldraad van goud of geel koper vast soldeert en daarmede de vakjes, die later verschillende kleuren zullen krijgen, begrenst. In deze vakjes wordt nu het bovengenoemde deeg aangebracht. Als nu het gecloisonneerde voorwerp in den heten oven gebracht wordt, beletten de metaaldraden, dat de kleuren dooreen lopen. Deze methode is reeds door de Oosterse volken toegepast; er zijn in de musea prachtige exemplaren van bronzen vazen met email cloisonné bedekt.
In de 11de eeuw is in Europa een andere methode van emailleren uitgevonden, n.l. het émail champlevé. Deze wijze van emailleren is precies het tegenovergestelde van de Oosterse; men legde geen metaaldraad o p het te versieren voorwerp, maar men holde de vakjes in het metaal uit, en de randen, die tussen de vakjes bleven staan, dienden tot begrenzing der kleuren. Het émail champlevé van Limoges (MiddenFrankrijk) is vooral beroemd geworden.
In de 13e eeuw werd in Italië weer een andere werkwijze uitgevonden. Op een gouden of zilveren plaat werden eerst figuren gegraveerd, welke vervolgens met een laagje doorschijnend email bedekt werden. Dit emailwerk, émail translucide genaamd, is in de 14e en 15e eeuw in Frankrijk en Duitsland veel gemaakt, vooral in Montpellier (Zuid-Frankrijk).
Uit dit émail translucide ontwikkelde zich het emailschilderen. Een koperen plaat wordt eerst met een laag doorschijnend email bedekt en deze laag dient, nadat ze in den oven geweest is, om haar met verschillende kleuren te beschilderen. Dit emailleren is in de 16e en 17e eeuw eveneens in Limoges beoefend.