is een vlaktemaat. De meeste boeren zeggen niet: ik heb zo en zoveel H.A. bouw- en weiland, maar ze hebben het over het aantal bunders grond, dat ze bezitten.
In Brabant hebben ze het nog liever over een lopense, een onderdeel van een Bredasen bunder, die iets minder is dan 1,3 H.A.
In Brabant overheerst het kleinbedrijf en wel het gemengde bedrijf van de zandgronden. De boeren hebben daar een paar koeien, een stukje bouwland, waarop wat veevoeder (bieten, maïs) en wat graangewassen worden verbouwd èn voor de markt èn voor het eigen bedrijf en daarnaast oefenen ze wat zogenaamden „groven tuinbouw” uit en houden ze kippen en varkens. Voor al deze verschillende bedrijfstakken heeft men natuurlijk maar kleine stukjes grond ter beschikking en daarom gebruikt men als maat zo graag de kleine lopense.
Vierkant daartegenover staat de Groninger boer, waar juist de grote boerderij met vele bunders land veel voorkomt.
De Nederlandse bunder is gelijk aan de hectare.