Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Gepubliceerd op 19-12-2020

Gabriël

betekenis & definitie

m

Hebr. ‘(sterke) man van God’. Gabriël is met Michaël en Rafaël een van de aartsengelen (zie Daniël 8,16v.). Hij is de aankondiger van de geboorte van Johannes de Doper (Luc. 1,11 v.) en van Christus (Luc. 1,26v.); kerk. feestdag: 24 maart. In het z. reeds een voorbeeld in de 9e eeuw (Gabrihel)(Leys, Substitution 4); Rijnland ca. 1150 (Littger); Holl. 1353: Jacob Ghabrielszoen (Regestenlijst, Rotterdam). In ons land pas enigszins frequent aan het eind van de 16e eeuw. In de 17e eeuw, en nu nog, vooral veel in Ze.

Oudste gevonden vr. vorm: Gabrielle, Doornik 1835 (Ned. L. 1959, 143).

< >