Carduelis carduelis (Linnaeus: Fringilla) 1758. Ook in het fries is de officiële naam: Putter.
Blok 1988: Deze als kooivogel gehouden soort werd geleerd zijn drinkwater te putten. Dit geschiedde met een vingerhoedje of miniatuur emmertje en een kettinkje vanuit een grotere bak met water, in een speciaal ingerichte zgn. Putterskooi. Zo'n geketende vogel is in 1654 door Carel Fabritius geschilderd ('HetPuttertje', Mauritshuis, Den Haag). Houttuyn 1763: "... dewyl men hem veelal de Konst van Putten in een Kouwtje of op een Stoeltje leert, om den Mensch te vermaaken, zo voert hy, by ons, gemeenlyk den naam van Putter; hoewel zulks ook aan andere Vogeltjes geleerd kan worden."1 Gesner 1555 noemt de hollandse vorm, te weten Petter (naast Distelvincke) [HG 1669]. Het kunstje van de vogel was kennelijk ook in Engeland bekend; een lokale naam daar is Drawwater [Jackson 1968; Lockwood 1993 bespreekt de naam niet].
In de volksnamen Elzenputter en Bloemputter wordt het element -putter ws. al niet meer in verband gebracht met het ww. putten; zij geven aan dat de vrijlevende exemplaren graag in Elzenbomen (Alnus glutinosa (L.) Vill.) of op uitgebloeide bloemen vertoeven en zich met het zaad daarvan voeden. Niet uitgesloten is (zie voetnoot1) dat in Bloemputter het tweede element nog een oorspr. (heel andere) betekenis draagt. Zie ook onder Distelvink.
In de betekenis van 'zuiper, drinkebroer' wordt bij putter wel gedacht aan het ww. putten: de putter drinkt alcoholische dranken, alsof het eindeloos putbaar water ware. De 'mannetjesputter' dan kon nóg meer borrels verdragen. Hieruit evolueerde tenslotte de betekenis: "grote, sterke man".
1 De mogelijkheid dat het 'experiment' met het ophalen van een miniatuur-emmertje door de (gekooide) vogel de 'onderbouwing' van een volksetymologische verklaring voor een oudere naam moest zijn, mag niet geheel uitgesloten worden. Bij zo'n oudere, niet meer door het volk begrepen naam kan gedacht worden aan iets dat stond voor 'peuter(aar)(tje)', waarbij dan een nomen agentis bij mnl puederen 'wroeten' in het spel zou kunnen zijn. Hierbij kan dan aan het moeizaam loswrikken van de zaden uit de bloemhoofdjes van Distels gedacht worden. Het aardige van zo'n naam is dat hij dan één van vele synoniemen zou zijn: Tukker, Keuter, Knijper, Frijter (=Frater), of als E voorbeelden: Thistle Tweaker, Thistle Warp, oudengels Linetwige. Zie onder de desbetreffende namen.