De kleine alk is een erg kleine zeevogel: ongeveer ter grootte van spreeuw. Het is een zeldzame soort die in afwijking tot de meeste zeevogels ook nog wel eens wat verder in het binnenland wordt gezien, vooral met harde aanlandige wind in de trektijd. Kleine alken kunnen soms dagenlang ronddobberen op een plas of in een haven. De kleine alk is een hoog-arctische zeevogel en de meest noordelijk levende alkensoort, die broedt in enorme kolonies van soms honderdduizenden paren op puinhellingen op onder andere Spitsbergen, Groenland en Jan Mayen. Ze overwinteren in de Noordelijke Atlantische Oceaan, vooral in het westelijk deel, en dichter bij huis in de Noorse Zee en in de Noordzee, vanaf de Doggersbank naar het noorden.
Geluid
Bijna nooit te horen, alleen in kolonies. Geluid een nasaal kekkerend "wek-ek-ek-ek".
Leefgebied
Open zee, met uitzondering van broedhabita