De bosuil is de meest voorkomende uilensoort in Nederland en in Europa. Hij bewoont allerlei landschappen, variërend van loof- en naaldbos tot stadsparken en groene woonwijken, waar hij door zijn nachtelijke leefwijze niet altijd opgemerkt wordt. De bosuil broedt overwegend in boomholtes en begint al vroeg in het jaar (februari of maart) met nestelen. Het bekendst is de bosuil misschien nog wel van de spookachtige roep van de mannetjes - graag gebruikt in griezelfilms - die dan wordt beantwoord door het vrouwtje.
Geluid
Man hoog hoe… hoe-hoe-hoe-hoeeee…, met variaties. Vrouw luid ke-wik!
Leefgebied
Open loofbos of gemengd bos, boerenerven, (stads)parken, groene woonwijken met oude bomen, grote binnentuincomplexen. Plaatselijk ook wel in duingebieden, broedend in konijnenholen. Leefgebied heeft voldoende (oude) bomen, er is heel het jaar voedsel beschikbaar én bereikbaar en er zijn voldoende roest- en broedplaatsen aanwezig. Door de flexibiliteit in prooikeuze kan de bosuil in relatief veel landschapstypen gedijen.