Oorspronkelijk een specifiek zeventiende-eeuwse verzachte bastaardvloek van God, die thans is afgezwakt tot tussenwerpsel of uitroep van verbazing of afkeur. Als varianten uit de 17de eeuw kennen wij by of bi get, beget, beghet, beghett en misschien ook hed, het, hets en ets. De bijna goedaardige gevoelswaarde van de varianten met e verschilt van die met o, a e.d.
In het hedendaags Nederlands gaat aan het milde en onschuldige get vaak ach en och vooraf. zie God, godver.