Gepubliceerd op 17-02-2021

Joannes josephus ignatius harte van tecklenburg

betekenis & definitie

geb. 15 Oct. 1853 te Utrecht, studeerde aldaar in de rechten, beoefende 1883—85 te Amsterdam als advokaat de rechtspraktijk, nam als voorzitter der r.-kath. kiesVereeniging „Recht en Orde” tevens deel aan politiek, kreeg in 1888 voor het district Grave zitting in de Tweede Kamer, werd in 1891, 94, 97 en 1901 zonder tegen-kandidaat herkozen, zag zich door de regeering achtereenvolgens tot lid van de staatscommissies voor de handelspolitiek, voor de statistiek en voor de pensioneering van werklieden benoemd, en werd in 1901 (in het coalitie-ministerie der anti-revolutionnairen en r.-kath.) minister van financiën. Hij schreef: De rentestand (met den gouden eerepenning bekroonde prijsvraag voor de rechtsgeleerde faculteit der hoogeschool te Utrecht), Vrijhandel en bescherming.

< >