VERONTSCHULDIGEN - (verontschuldigde, heeft verontschuldigd), van schuld vrijspreken, rechtvaardigen, verschoonen: zijn gedrag, die daad is niet te verontschuldigen ;
— zich verontschuldigen, zich rechtvaardigen, verschooning vragen. VERONTSCHULDIGING, v. (-en), reden van verschooning : verontschuldigingen maken, aanbieden; verontschuldiging vragen; nietige, valsche, geldige, aannemelijke verontschuldiging.