Gepubliceerd op 06-12-2018

SOLIDE

betekenis & definitie

SOLIDE - bn. bw. (-r, soliedst), vast, hecht, stevig, duurzaam : dat huis is solide, het is solide gebouwd; geregeld, ordelijk : solide te werk gaan; solide leven; hij is heel solide, hij leeft geregeld, (ook) is zeer te vertrouwen; (kooph.) gegoed, te vertrouwen : een solied huis; solide wissels, wissels op welker betaling men rekenen kan; solide waar, degelijke, goede waar.

< >