SOLIDE - bn. bw. (-r, soliedst), vast, hecht, stevig, duurzaam : dat huis is solide, het is solide gebouwd; geregeld, ordelijk : solide te werk gaan; solide leven; hij is heel solide, hij leeft geregeld, (ook) is zeer te vertrouwen; (kooph.) gegoed, te vertrouwen : een solied huis; solide wissels, wissels op welker betaling men rekenen kan; solide waar, degelijke, goede waar.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk