SNUIVEN - (snoof, heeft gesnoven), sterk en goed hoorbaar door den neus in- en uitademen, inz. van paarden : levendige paarden snuiven licht, als zij iets vreemds zien; hij snuift als een paard;
— van woede snuiven, in hooge mate vertoornd zijn;
— snuiftabak gebruiken : hij snuift sterk. SNUIVING, v. (-en)