Poortader - v. (-s, -en), (ontl.) eene ader die het aderlijke bloed uit de milt en het spijsverteringskanaal verzamelt en naar het haarvatenstelsel van de lever voert;
—BLOED, o. het bloed van de poortader;
—ONTSTEKING, v. (-en), (gen.) eene kwaal door etteropslorping ontstaan;
—STELSEL, o. (-s), alle bloedvaten samen die de poortader samenstellen en weer daarvan uitgaan.