Overbinden (bond over, heeft overgebonden), over (iets) heen binden: zij had een doek overgebonden;
— in eene bepaalde richting binden: dezen tak moet ge over-, dien onderbinden:
— opnieuw binden, beter binden: die boeken, pakken, schooven enz. moeten overgebonden worden:
—, (overbond, heeft overbonden), bindend met iets bedekken: het pakje moet met grauw papier overbonden worden. OVERBINDING, v.