Het begrip bond heeft 2 verschillende betekenissen:
1. bond - BOND, m. (gew. ook o.), (-en), bundel, bos: een bond vlas; heide wordt vaak bij het bond verkocht, zooveel als een man omvamen kan.
2. bond - BOND, m. (-en), verbond; tijdelijk verdrag, tusschen twee of meer personen of staten gesloten tot onderlinge hulp en bijstand;
— echtverbond, huwelijk;
— duurzame vereeniging van twee of meer staten, gewesten of steden tot een geheel welks leden tot op zekere hoogte zelfstandig blijven; het geheel der verbonden staten: bondsstaat of statenbond; de Duitsche bond;
— vereeniging tot bevordering der belangen van eenig bedrijf of beroep of tak van sport; de bakkers-, de slagers-, sigarenmakersbond; de bond van onderwijzers; wielrijdersbond;
— vereeniging tot verspreiding, bestrijding of uitvoering van zekere denkbeelden in staat of maatschappij bond voor algemeen kies- en stemrecht; de Malthusiaansche bond; Protestantenbond;
— naar den bond gaan, de godsdienstoefeningen van den Protestantenbond bij wonen; ook de bond van liberale kiesvereenigingen in onze provincie.